2013 – Drink Schrobbelèr

Het was al donker toen ik op vastenavond huiswaarts ging
Ik zag ’n kroeg waarvan het licht door de gordijnen scheen
Het was al laat, ik had ’t koud, ik was alleen

Er zaten mannen in zwarte pakken en ’n grote steek
En uit de boxen klonk muziek die zong van deze streek
Toen men mij zag, werd ik begroet met glas en lach

Drink Schrobbelèr
De avond is nog lang en morgen zo ver
Laten we drinken op de kruik en je stad
Want van beiden heb je nooit te veel genoeg gehad

Drink Schrobbelèr
Dat is als het bloed van ’t zuiden
Stroomt naar m’n hert
En bij elke slok proef ik de ziel van de sfeer
En van beiden heb je nooit teveel en wil je meer

En ze vertelden me honderduit over de zonneschijn
Over de warmte en de vriendschap, daar is geen chagrijn
Want deze streek past als een jas, ja dit is thuis

En ze verzekerden me beslist mochten we ooit eens gaan
Dan zal er altijd wel een kruik daar in de koelkast staan
Met elke slok ga ik weer eventjes naar huis

Drink Schrobbelèr
De avond is nog lang en morgen zo ver
Laten we drinken op de kruik en je stad
Want van beiden heb je nooit te veel genoeg gehad

Drink Schrobbelèr
Dat is als het bloed van ’t zuiden
Stroomt naar m’n hert
En bij elke slok proef ik de ziel van de sfeer
En van beiden heb je nooit teveel en wil je meer

Drink Schrobbelèr
De avond is nog lang en morgen zo ver
Laten we drinken op de kruik en je stad
Want van beiden heb je nooit te veel genoeg gehad

Drink Schrobbelèr
Dat is als het bloed van ’t zuiden
Stroomt naar m’n hert
En bij elke slok proef ik de ziel van de sfeer
En van beiden heb je nooit teveel en wil je meer